Alcala la Real , de laatste linie voor de verovering van Jaen.
Dit dorp op weg naar de stad Granada was de laatste plek waar een grote verdedigingslinie was voor de hoofdstad van het Moorse rijk, Granada. Momenteel een rustig oord met toch ongeveer 22.000 inwoners was vaak het toneel van strijd.
Niet enkel tussen de christenen en de moslims in Spanje, maar eerder ook fungeerde dit als een buffer tussen het kalifaat van Cordoba en Granada.
Er heerste ook onderlinge strijd tussen de Almorviden en de heersers van Taifa. Onder aan de heuvel van een van de grootste burchten van Spanje is het huidige dorp gevestigd met onder die burcht tunnels van wel 120 meter in totaal. Deze werden gebruikt als water opslag in geval van belegering. Het dorp was rijk daar de regio dank de bescherming van het kasteel en de ligging welke rijk was aan landbouw , maar ook handel in slaven....
Overigens is het dorp niet ontstaan in deze tijd maar woonden hier al mensen sinds de prehistorie. De Romeinen hebben natuurlijk weer als eerste een echte nederzetting gebouwd welke dus later door de berbers werden uitgebreid en gemoderniseerd. Wat wel zeker is dat Alcala zijn naam dankt aan die Moorse tijd. In het jaar 713 kwamen de berbers en hernoemden deze plek eerst “Qal'at Astalīr” welke in de negende eeuw veranderde naar “Qal'at Yahsub” en later zo halverwege de XII eeuw werd het “Qal'at Banī Sa'īd”. De naam Qal'at verbasterde naar Al-Qal'a wat het fort betekent en daar hebben we de eerste tekenen van de naam. Real werd er later aan toegevoegd toen in 1341 het wederom werd veroverd, deze keer door Alfonso XI van Castille welke het dus omdoopte... naar Alcala la Real.. De stad veranderde langzaam en meer mensen verlieten het kasteel en gingen erbuiten wonen. Hierdoor groeide de bewoning aan de voet van het kasteel welke langzaam leeg liep.
De economie veranderde een beetje, de handel in slaven stopte en tot op heden is het hoofdinkomen, de olijfbouw, kersen, en veeteelt van schapen en geiten. Het stadje aan de voet van de burcht is absoluut een bezoek waard. Men ziet er nog veel van de rijkdom terug in de vele herenhuizen en paleizen welke overal gebouwd zijn. Niet alles is te bezoeken maar in het archeologische museum van de stad kan men niet enkel de historie van de stad zien maar ook een van zijn grote huizen van binnen.